Controle en onderhoud van de stookolietank van een woning

Als u voor de verwarming van uw woning een stookolietank of mazouttank gebruikt, dan gelden er enkele belangrijke verplichtingen voor het onderhoud van die tank.

Controle vóór de stookolietank in gebruik genomen wordt

Elke tank voor stookolie (mazout) moet na de plaatsing, maar vóór de ingebruikname gecontroleerd worden.

Als er in de stookolietank(s) bij uw woning 5000 liter of meer kan, dan moet u dat melden bij het college van burgemeester en schepenen van uw gemeente. Als er in totaal meer dan 20.000 liter in de tank(s) kan, dan moet u een milieuvergunning aanvragen vóór de tank geplaatst wordt.

Controle als de stookolietank in gebruik is

Ook na ingebruikname moet u uw stookolietank regelmatig laten controleren. Hoe vaak dat moet, hangt af van het volume van de tank, de plaatsing ervan (ondergronds of bovengronds) en de ligging (binnen of buiten de waterwingebieden en beschermingszones).

Een 'ondergrondse tank' is een tank die in de grond is ingegraven. Een tank in een kelder is dus een 'bovengrondse tank'.

Tank van minder dan 5000 liter

De eigenaar van een stookolietank met een inhoud van minder dan 5000 liter heeft volgende onderhoudsverplichtingen.

  • Een ondergrondse stookolietank van minder dan 5000 liter moet om de vijf jaar gecontroleerd worden door een erkende stookolietechnicus.
    Een ondergrondse stookolietank die vóór 1 augustus 1995 in gebruik genomen werd, moest vóór 1 augustus 2002 een eerste keer een periodieke controle ondergaan.
  • Een bovengrondse stookolietank van minder dan 5000 liter moet sinds 1 maart 2009 na ingebruikname niet meer periodiek gecontroleerd worden. Alleen de controle bij de plaatsing is verplicht.

    Hebt u een bovengrondse tank die vóór 1 maart 2009 in gebruik werd genomen?
    Dan bepaalt de 'datum voor volgende controle' op het laatste onderhoudsattest of er nog controle nodig is.
    • Staat er op het laatste onderhoudsattest dat de volgende controle op 1 maart 2009 of een latere datum moet gebeuren? Dan bent u niet verplicht uw tank periodiek te laten keuren.
    • Staat er op het laatste onderhoudsattest dat de volgende controle op een datum vóór 1 maart 2009 moet gebeuren? Dan bent u verplicht de bovengrondse tank nog een laatste keer te laten controleren.

Een bovengrondse stookolietank die vóór 1 augustus 1995 in gebruik genomen werd, moest vóór 1 augustus 2003 een eerste periodieke controle ondergaan.

Tank van 5000 liter of meer

De eigenaar van een stookolietank met een inhoud van 5000 liter of meer heeft volgende onderhoudsverplichtingen.

  • Een ondergrondse stookolietank van 5000 liter of meer moet
    • minstens tweejaarlijks een beperkt onderzoek ondergaan (dit moet jaarlijks gebeuren als de tank in een waterwingebied of beschermingszone ligt) en
    • om de 15 jaar een grondig algemeen onderzoek ondergaan (dit moet om de 10 jaar gebeuren als de tank in een waterwingebied of beschermingszone ligt). Ondergrondse tanks van gewapende, thermohardende kunststof zijn vrijgesteld van het grondig algemeen onderzoek.
  • Een bovengrondse stookolietank
    • van 5000 liter tot 20.000 liter moet om de 3 jaar een beperkt onderzoek ondergaan
    • van meer dan 20.000 liter moet om de 3 jaar een beperkt onderzoek ondergaan énom de 20 jaar een algemeen onderzoek ondergaan.

Hoe aanvragen?

Wie moet de stookolietank controleren?

  • Een tank van minder dan 5000 liter moet gecontroleerd worden door een erkende stookolietechnicus.
  • Een tank vanaf 5000 liter moet gecontroleerd worden door
    • een erkende stookolietechnicus of
    • een erkende milieudeskundige in de discipline houders voor gassen of gevaarlijke stoffen.

Op de website van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie vindt u een lijst van technici en milieudeskundigen die erkend zijn door het Vlaamse Gewest.

Na de controle

Bij iedere controle of onderzoek stelt de erkende technicus of milieudeskundige een certificaat op voor de eigenaar of exploitant. Daaruit moet ondubbelzinnig blijken dat de tank al dan niet voldoet aan de wettelijke bepalingen. Op het certificaat moeten altijd de volgende zaken staan:

  • naam en erkenningsnummer van de uitvoerende technicus of milieudeskundige
  • datum van de controle
  • datum van de eerstvolgende controle (als het om een ondergrondse tank gaat).

Na de controle krijgt uw installatie een groene, oranje of rode dop of merkplaat.

  • Een groene dop of merkplaat betekent dat de tank voldoet aan de wettelijke bepalingen en verder mag worden gebruikt.
  • Een oranje dop of merkplaat betekent dat de tank niet voldoet aan de wettelijke bepalingen maar dat de vastgestelde gebreken geen aanleiding kunnen geven tot verontreiniging buiten de tank. De tank mag nog worden gevuld of bijgevuld tijdens een overgangsperiode van maximaal 6 maanden. De eigenaar of exploitant moet alle nodige maatregelen nemen om de tank opnieuw in goede staat te brengen. Vóór het verstrijken van de overgangsperiode moet een erkende technicus opnieuw de opslaginstallatie controleren.
  • Een rode dop of merkplaat betekent dat de opslaginstallatie niet voldoet aan de wettelijke bepalingen. In zo'n geval is het verboden de opslagtank te vullen of te laten vullen. De eigenaar of exploitant moet alle nodige maatregelen nemen om de opslaginstallatie opnieuw in goede staat te brengen. Daarna moet een erkende technicus opnieuw de opslaginstallatie controleren.

Regelgeving

VLAREM Titel II Hoofdstuk 6.5 Particuliere stookolietanks met een waterinhoud van minder dan 5.000 liter.
VLAREM Titel II Hoofdstuk 5.17 Opslag van gevaarlijke producten.